OUD-Media | Historisch archief

Hoe het begon

In het Koninklijk Besluit van 20 juni 1933, waarbij aan de RijswijkscheHockey Club Koninklijke goedkeuring werd verleend, staat als oprichtingsdatum vermeld 15 april 1931. Feit is dat de oprichtingsvergadering plaatsvond op 4 april 1931 in aanwezigheid van 13 leden en dat op 16 april 1931 het eerste bestuur werd samengesteld met Nico Fonkert als eerste voorzitter. Maar 15 april 1931 is dus officieel en koninklijk de vastgestelde geboortedatum van de Rijswijksche Hockey Club.


De locatie

Zonder hulp of medewerking van de gemeente is de club ontstaan door inzet van enkele jongens, die hockey speelden op de ULO-school aan de Lindelaan. Echt gestart werd er op een veldje aan de Prinses Mariannelaan in Voorburg. Vervolgens op een terrein in Rijswijk nabij het huidige NS station. Na een tussenstop op de Kleiweg en een eerste verblijf aan de Van Vredenburchweg, wordt in 1956 het mooie terrein in het Julianapark betrokken. In 1986 vertrekt de RHC naar de huidige locatie aan de Lange Kleiweg.


De financiële middelen

Het eerste seizoen 1931-1932 had de RHC 60 leden die een contributie van fl. 6,- moesten betalen. Het batig saldo aan het eind van het seizoen bedroeg fl. 3,51. De grootste uitgave was de aanschaf van een kleedtent (bij gebrek aan een clubhuis) voor fl.194,-. Uit de notulen van de bestuursvergadering van 20 juni 1932 blijkt overigens dat een aantal leden voor fl. 4,- aan limonade heeft achterover gedrukt. In 1939 wordt van de ijsclub het eerste clubhuis overgenomen voor een bedrag van fl. 200,-. De begroting voor deze mega-investering voor de aanschaf en verbouwing luidt als volgt:

Koopsom

ƒ 200,-

Transport

ƒ 25,-

Hout

ƒ 180,-

Pannen

ƒ75,-

Loodgieter

ƒ 108,-

WC en riool

ƒ 25,-

Wel slaan

ƒ 25,-

Arbeidsloon

ƒ 260,-

Diversen

ƒ 26,-

Totaal

ƒ 924,-


Voor dit soort grote investeringen deed men soms een extra beroep op de leden. In de ALV van 1948 werd aan de een bijdrage gevraagd van fl. 0,50 voor de oprichting van een bar in het clubhuis.


Lidmaatschap van de Hockeybond

In 1933 vraagt de RHC het lidmaatschap aan van de Nederlandse Heren Hockey Bond en de Nederlandse Dames Hockey Bond. In die tijd bestond er een stevige ballotage. Twee andere verenigingen moesten de aanvraag van de RHC ondersteunen. Voor Te Werve was dat geen probleem, maar de overige verenigingen in de regio zagen het niet zitten. Na veel praten en een sterke lobby, lukte het gelukkig wel. Maar wel moest het bestuur de ledenlijst "opschonen" van enkelen die niet thuishoorden in het milieu van de hockeysport.


De oorlogstijd en de wederopbouw

Op 4 mei 1940 vond er een ledenvergadering plaats met 14 senioren en 11 junioren. Voorzitter Lucas leidde de vergadering en besprak de zorgen van alledag. Hij meldde dat een aantal leden, in verband met de mobilisatie, hun taak niet heeft kunnen uitvoeren. Verder was er niets te merken van naderend onheil dat binnen 6 dagen Nederland zoul binnenvallen en ook voor de RHC gevolgen zou hebben. Een aantal trieste gegevens uit die periode:

De 'K' van Koninklijk in de naam van de Hockey Bond is snel verdwenen;

Het jaarverslag van de penningmeester in 1941 maakt melding van: 'kosten bominslag' fl. 46,35;

In het najaar van 1941 ontstond een dieptepunt in de geschiedenis van onze club: RHC-ledenvan Joodse komaf mochten, van hogerhand, geen lid meer zijn van de club. De tijden waren zwaar, maar toch probeerde men door te spelen. In het seizoen 1941-1942 promoveerde Heren I naar de promotieklasse. Dames I bereikte in 1943 de 3e klasse. Het seizoen 1944-1945 kwam te vervallen.

Na de bevrijding in 1945 hervat de RHC snel de trainingen en in het seizoen 1945-1946 organiseerde de, weer Koninklijke, Hockey Bond een herstelcompetitie. In het nieuwe, democratische elan van vlak na de oorlog poogt de jeugd een doorbraak te bewerkstelligen. Het voorstel om junioren stemrecht te geven in zaken, hen betreffende, wordt zonder enig commentaar echter verworpen. In het seizoen 1948-1949 is de opgaande lijn weer te pakken. Het ledental loopt op tot 100. De jonge voorzitter Van Dop streeft naar een stenen clubhuis met centrale verwarming. En dan te weten dat er nog geen elektrisch licht is en hockeysticks en -schoenen nog op de bon zijn.

Rijswijk Relaas lustrumeditie augustus 1956
Born 1931, Still going strong! 1981
Van de erevoorzitter Hans Speetjens, maart 2011
Rijswijk Relaas lustrumeditie april 2011